Het is, als je de werking van de huidige samenleving onder de loep neemt, opmerkelijk dat we met z’n allen kromliggen voor zaken waar geen één nu levende ziel invloed op heeft gehad. Pas na de middeleeuwen zijn wij (dwz. onze elitaire voorvaderen) zaken vast gaan leggen. Regels op gaan stellen, wetten, verdragen, etc. Wetten worden natuurlijk wel herzien en aangevuld, maar in wezen vonden al deze grondbeginselen van onze huidige samenleving gestalte ver voor onze tijd. Uit de tijd dat de samenleving totaal, maar dan ook totaaaal, anders was dan nu. Ik begin hierover omdat ik hiermee allereerst duidelijk wil maken dat alle huidige opererende systemen in onze samenleving het verdienen om weer eens op de ontwerptafel gelegd te worden en heel goed bekeken en afgewogen moeten worden. Alleen al de leeftijd van de huidige systemen rechtvaardigd dat al.
Privatisering van Staatsonderdelen
Vanaf 1990 heeft ons land een privatiseringsgolf doorgemaakt. De overheid verkocht een aantal overheidsonderdelen. Openbaarvervoer, het openbaarvervoers-netwerk (de rails), postkantoren, gas-water-licht, ondergrondse netwerken (buizen en kabels), gasboringen, ziekenhuizen, gezondheidszorg, GGZ, scholen, banken, etc. Deze privatisering levert de huidige samenleving momenteel veel ellende op. Was het wel de juiste keuze?
Sommige onderdelen waren om heel erg goede redenen onderdeel van De Staat. In sommige takken-van-sport is marktwerking en concurrentiestrijd (prijzen-oorlog) helemaal niet wenselijk. Neem het openbaarvervoer. Door het openbaarvervoer onderhevig te maken aan marktwerking worden niet rendabele lijnen geschrapt. Maar dat er ’n paar mensen afhankelijk zijn van die lijn weegt niet mee. Die lijn maakt te weinig winst, er reizen te weinig mensen mee, dus die lijn wordt gesloten. Een logisch gevolg als je winst moet maken. Daarnaast zou door de diversiteit aan aanbieders de prijzen omlaag gaan en zou de consument op basis daarvan zijn keuze kunnen maken. Maar zo werkt dat niet. Je laat geen bus voorbij rijden omdat erna een bus komt die 5 ct goedkoper is. Er komt simpelweg geen andere bus dan die van die ene aanbieder. En dat weten de vervoersbedrijven ook en dus kunnen ze – in princiepe – vragen wat ze willen. Zo ook met de de gezondheidszorg en over het verzekeringswezen kan ik ook nog ’n paar blogs vullen.
Als je als Staat deze Staatsonderdelen verkoopt vang je daar veel geld voor, want er gaat veel geld in om. Als je als Staat ’n onderdeel verkoopt heb je geen jaarlijks terugkomende kosten voortkomend uit dat onderdeel, bijvoorbeeld het onderhoudt aan de gebouwen (veel postkantoren zaten in historische pandjes). Als je dus zo’n onderdeel kwijt bent ben je ook een heleboel werk kwijt, minder mensen op de loonlijst van de Staat. Kortom het scheelt ook heel veel moeite en werk, oftewel, het scheelt daardoor nóg meer geld op jaarbasis. Belastingen waren vroeger in het leven geroepen om dit soort overheidskosten te dekken. We betaalden allemaal mee aan een landelijk dekkend openbaarvervoerssysteem, we betaalden allemaal mee om allemaal verzekerd te zijn van de beste zorg, we betaalden allemaal mee om al onze kinderen de beste opleiding te kunnen geven. Één land, één vuist. Wat ’n goed, mooi en sociaal systeem was dat! Allemaal foetsie.
Nu al deze operationele onderdelen 1-voor-1 uit de eigendom van de Staat zijn verdwenen, zullen de belastingen wel fors gedaald zijn. Euhmm… nee, de belastingen zijn juist alleen maar hoger geworden…
Niet zo super supermarkt marktwerking
Ook op ’t gebied van voedsel is marktwerking ook niet wenselijk. Je wil niet dat 2 voedselproducenten tegen elkaar gaan opboksen om dat ene product ’t goedkoopst in de markt te kunnen zetten. Nog iets uitgebreider: Je wil niet dat 2 voedselproducenten tegen elkaar gaan opboksen om dat ene product ’t goedkoopst in de markt te zetten zonder controle uit te blijven voeren op de kwaliteit. En zo mag je ook niet 2 supermarkten elkaar de prijzenoorlog laten verklaren want de ‘gewonden’ vallen dan bij de consument. Want dan komen we thuis met schreeuwende verpakkingen waarop staat ‘de goedkoopste’ samen met ‘ambachtelijk bereidt’, terwijl de ingrediëntenlijst bestaat uit zout, suiker, gentech-olie en een chemisch middeltje op ’t allemaal aan elkaar te binden, komende uit ’n mega fabriek. (PS: lees ook dit.)
Neem de actie van de Jumbo supermarkt: “1 bananentros voor 1 euro, vast lage prijs”. Een bananentros voor 1 euro bestaat niet, maar, Jumbo neemt ’t verlies op bananen voor lief omdat die lage prijs voor bananen ervoor zorgt dat meer mensen naar de Jumbo gaan. Marketing dus. De winst die ze vangen op ‘dat wat aan je vingers blijft plakken’ omdat jij elke week daar ’n bananentros komt halen en dus ook maar meteen je wekelijkse boodschapjes doet, is vele malen hoger dan het verlies op dat ene trosje.
Nou mooi toch? Jij goedkoop je bananen en de grootgrutter heeft meer winst. Win-win situatie! Nou… niet echt.
Om niet teveel winst te verliezen maken deze bedrijven misbruik van hun machtspositie door hun leveranciers te dwingen nóg goedkoper te leveren. “Als je niet bereidt bent te zakken met je prijs dan kopen we toch elders onze bananen in!” Jumbo koopt zo massaal in, zo’n grootte partijen, dat 1 cent inkoopmarge tonnen scheelt op jaarbasis. Dus, kortom, je krijgt niet echt de beste kwalitiet met deze werkwijze. Plus, wil je dat jouw producten in jouw winkelwagentje ervoor gezorgd hebben dat de bananen-boeren in Colombia kinderen gaan uitbuiten op hun plantages? Ik zeker niet! Ik koop graag met ’n schoon geweten m’n bananen en als dat 3 euro voor ’n tros betekend dan is dat zo. Daar leer ik wel mee leven.
Omdat Jumbo de ondergrens bepaald heeft voor ’n tros bananen, te weten 1 euro, en omdat dat ’n ondergrens is die gebaseerd is op marketing ipv. op kostprijs, maakt dit dat de consument een de waarde van een tros bananen waardeert op 1 euro. Dus overal anders dan bij Jumbo vinden we de bananen te duur. Dus krijgt de groenteboer met zijn kwalitatief betere bananen deze niet meer verkocht voor 3 euro. De bananenhandel is daarmee volledig vernietigd. Het product is niet meer te verkopen voor de prijs waarvoor dat product geproduceerd kan worden. De kostprijs van dat product heeft niets meer te maken met de verkoopprijs.
Het vervelende is dat er geen (nauwelijks) meer ’n weg terug is. Engeland heeft dit al ’n paar jaar terug doorgemaakt. Dit type prijzenoorlog heeft daar niet alleen bij bananen maar op zo-goed-als alle producten plaatsgevonden waardoor er ’n gegeven moment niets meer voor de normale kostprijs in de winkel lag. Locale winkeltjes hebben massaal de deuren moeten sluiten omdat er geen artiekelen meer overbleven waar winst op te maken viel. De prijzen waren zo bizar laag geforceerd in de grootgrussers-oorlog dat de middenstand daar niet meer tegenop konden boksen.
Dus: ik pleit ervoor om dit type marketing in de voedselindustrie te verbieden. Hoe verleidelijk het ook is om een product voor ’n vaste lage prijs te kopen, hou voor ogen wat ’n product waard is qua kostprijs. Een hele tros voor 1 euro, dat kán niet, dus niet kopen. Hier is een-of-andere supermarktmanager aan het werk die het niet gesnapt heeft.
… ik weet ook wel dat dit niet reëel is, maar ik schets graag mijn ideale wereld, ik blijf toch ’n ontwerper… 🙂
Nog meer…
Ook het huidige schoolsysteem voldoet niet meer aan de eisen anno nu. Ook het zorgstelsel voldoet niet meer. Ook het verzekeringswezen moet volledig op de schop. Ook de banken moeten hun kerntaken nog maar weer eens heel goed onder de loep nemen. Ook ons politiekesysteem stamt uit de oertijd, het moet anders! Het is tijd voor ’n regering die achter z’n burgers gaat staan ipv. meeheulen met de grote bedrijven en achter het geld aan hobbelen… bah!
Laat een reactie achter